dinsdag 30 april 2013

18. Toch naar Zaatari


Vanuit de four-wheel-drive is het alsof ik naar de televisie kijk. Ik moet mijn best doen om te laten binnenkomen wat ik zie. Waar zijn de tranen nou, die net zo driftig opwelden toen we King Abdullah Park binnenreden? Vind ik dit nu al 'normaal'? Omdat ik het al ken van televisie? Is de journaalknop in mijn hoofd omgezet? (Je weet wel, die modus waarin je naar het acht uur journaal kan kijken zonder jezelf te verliezen in gevoelens van woede, verdriet, wanhoop of hulpdrift. Die gevaarlijke knop, die ons kan laten leven in de illusie dat problemen niet ons probleem zijn.) Of is het omdat al deze tenten op elkaar lijken? Omdat er niet de sfeer hangt van zielige mensen, maar de sfeer van een leven dat alweer een eigen draai heeft gevonden, met drogende was en straten vol winkeltjes?

Foto: Maher Al Sabbagh.

















Foto: Maher Al Sabbagh.

















Een groot verschil is dat ik hier niemand ken. Deze veelheid aan tenten en 'caravans' staat nu nog voor het grote, ongrijpbare verhaal van de Syrische crisis. Als je namen en gezichten kent en de achterliggende verhalen hoort, dichtbij genoeg bij iemand bent gekomen om de pijn te zien bovendrijven, beleef je de confrontatie zo anders. Als we even uitstappen en met handen en voeten een korte ontmoeting hebben met een paar bewoners, komt het alweer dichterbij. Maar voor deze ontmoetingen hebben we nu geen tijd. Het enige dat ik vandaag kan doen is registreren: hoeveel mensen zijn er, hoeveel kinderen, hoe zien de lesprogramma's er uit, waar is behoefte aan? Nu Zaatari weer toegankelijk is, willen we de ruimtes en mogelijkheden inventariseren voor de tweede missie. Hopelijk kunnen de leden van Team 2 wel lesgeven op deze scholen.


We bezoeken de speelplaats voor de kleuters van 4 en 5 jaar. Er zijn schommels, een glijbaan en een klein 'tuintje' waar paarse viooltjes vechten tegen de hitte. Zes grote tenten zijn vrolijk beschilderd. De kinderen zijn ingedeeld in groepen: de bijen, de bloemen, de sterren etc, en de tekeningen op de tent corresponderen met deze namen. Zo weten ze precies waar ze zitten. Ook in de tent is het vrolijk ingericht. Er hangen tekeningen, het doek is beschilderd en het vloerkleed kleurrijk.
Hier mogen kinderen drie keer per week een halve dag komen spelen en leren onder begeleiding van de juffen en meesters van Save the Children. Ze kunnen twaalf klassen kwijt, van zo'n 20 kinderen per klas. In één tent zitten twee klassen, dus veertig kinderen. Er staan zo'n 1500 kinderen geregistreerd, en meer dan 700 komen naar school. Dagelijkse lessen zijn daardoor niet mogelijk, als ze alle kinderen aan bod willen laten komen. (Dit betekent dat een kind in Zaatari ten opzichte van een kleuter in Nederland drie dagen onderwijs per week mist.)

Foto: Maher Al Sabbagh.

















Als we aankomen is een groepje kinderen aan het zingen. Een van de juffen blijkt goed Engels te spreken. Vanuit haar woonplaats Amman reist ze elke dag heen en weer, zes dagen per week. Een Syrische tiener uit het kamp assisteert haar. De juf vertelt over de activiteiten die met de kinderen doen: cijfers en letters leren, gebed en ochtendgymnastiek, maar ook kinderyoga en 'imagination minutes'. Er wordt veel gezongen, maar instrumenten voor uitgebreider muziekonderwijs zijn er niet.
Hoe is het om hier met de kinderen te werken, vragen we. Soms lastig, zegt ze, maar dat ligt zeker niet aan de kinderen. In de tenten wordt het snel warm, waardoor de kinderen loom en hangerig worden. En ook hier ligt overal het dunne laagje zand. Zouden ze interesse hebben in muziekworkshops van muzikanten, vragen we aan de vrouw die in dit scholencomplex de leiding heeft. "I'm waiting for it", antwoord ze.
Dus Team 2: jullie zijn hier welkom.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten