dinsdag 30 april 2013

18. Toch naar Zaatari


Vanuit de four-wheel-drive is het alsof ik naar de televisie kijk. Ik moet mijn best doen om te laten binnenkomen wat ik zie. Waar zijn de tranen nou, die net zo driftig opwelden toen we King Abdullah Park binnenreden? Vind ik dit nu al 'normaal'? Omdat ik het al ken van televisie? Is de journaalknop in mijn hoofd omgezet? (Je weet wel, die modus waarin je naar het acht uur journaal kan kijken zonder jezelf te verliezen in gevoelens van woede, verdriet, wanhoop of hulpdrift. Die gevaarlijke knop, die ons kan laten leven in de illusie dat problemen niet ons probleem zijn.) Of is het omdat al deze tenten op elkaar lijken? Omdat er niet de sfeer hangt van zielige mensen, maar de sfeer van een leven dat alweer een eigen draai heeft gevonden, met drogende was en straten vol winkeltjes?

Foto: Maher Al Sabbagh.

















Foto: Maher Al Sabbagh.

















Een groot verschil is dat ik hier niemand ken. Deze veelheid aan tenten en 'caravans' staat nu nog voor het grote, ongrijpbare verhaal van de Syrische crisis. Als je namen en gezichten kent en de achterliggende verhalen hoort, dichtbij genoeg bij iemand bent gekomen om de pijn te zien bovendrijven, beleef je de confrontatie zo anders. Als we even uitstappen en met handen en voeten een korte ontmoeting hebben met een paar bewoners, komt het alweer dichterbij. Maar voor deze ontmoetingen hebben we nu geen tijd. Het enige dat ik vandaag kan doen is registreren: hoeveel mensen zijn er, hoeveel kinderen, hoe zien de lesprogramma's er uit, waar is behoefte aan? Nu Zaatari weer toegankelijk is, willen we de ruimtes en mogelijkheden inventariseren voor de tweede missie. Hopelijk kunnen de leden van Team 2 wel lesgeven op deze scholen.


We bezoeken de speelplaats voor de kleuters van 4 en 5 jaar. Er zijn schommels, een glijbaan en een klein 'tuintje' waar paarse viooltjes vechten tegen de hitte. Zes grote tenten zijn vrolijk beschilderd. De kinderen zijn ingedeeld in groepen: de bijen, de bloemen, de sterren etc, en de tekeningen op de tent corresponderen met deze namen. Zo weten ze precies waar ze zitten. Ook in de tent is het vrolijk ingericht. Er hangen tekeningen, het doek is beschilderd en het vloerkleed kleurrijk.
Hier mogen kinderen drie keer per week een halve dag komen spelen en leren onder begeleiding van de juffen en meesters van Save the Children. Ze kunnen twaalf klassen kwijt, van zo'n 20 kinderen per klas. In één tent zitten twee klassen, dus veertig kinderen. Er staan zo'n 1500 kinderen geregistreerd, en meer dan 700 komen naar school. Dagelijkse lessen zijn daardoor niet mogelijk, als ze alle kinderen aan bod willen laten komen. (Dit betekent dat een kind in Zaatari ten opzichte van een kleuter in Nederland drie dagen onderwijs per week mist.)

Foto: Maher Al Sabbagh.

















Als we aankomen is een groepje kinderen aan het zingen. Een van de juffen blijkt goed Engels te spreken. Vanuit haar woonplaats Amman reist ze elke dag heen en weer, zes dagen per week. Een Syrische tiener uit het kamp assisteert haar. De juf vertelt over de activiteiten die met de kinderen doen: cijfers en letters leren, gebed en ochtendgymnastiek, maar ook kinderyoga en 'imagination minutes'. Er wordt veel gezongen, maar instrumenten voor uitgebreider muziekonderwijs zijn er niet.
Hoe is het om hier met de kinderen te werken, vragen we. Soms lastig, zegt ze, maar dat ligt zeker niet aan de kinderen. In de tenten wordt het snel warm, waardoor de kinderen loom en hangerig worden. En ook hier ligt overal het dunne laagje zand. Zouden ze interesse hebben in muziekworkshops van muzikanten, vragen we aan de vrouw die in dit scholencomplex de leiding heeft. "I'm waiting for it", antwoord ze.
Dus Team 2: jullie zijn hier welkom.


17. King Abdullah Park


Op een vlakte van zand en steen, zo groot als een voetbalveld, staan tientallen witte 'containers'. Elke container heeft een deur en een aantal kleine ramen met tralies. Om de vlakte staat een muur. Een sierlijke muur, dat wel. Iemand heeft er nog wat van willen maken, van die muur. Maar het blijft een muur. Niet dat iemand ergens heen gaat, of kan, zo midden in een landschap van dor gras en gruis.


Het valt stil in de bus als we de onverharde weg oprijden naar het vluchtelingenkamp. 'King Abdullah Park'; de naam klonk nog een beetje charmant. Maar er is geen boom te bekennen, niks dat schaduw geeft. De enige kleur komt van de was die buiten hangt te drogen en de lichtblauwe UNHCR stickers op de gebouwtjes.
Binnenin de containers (die door hulpverleners 'caravans' worden genoemd, maar dat klinkt misleidend gezellig) is het warm. De zon brandt zonder genade op de platte daken. Mannen en vrouwen zitten buiten, in het beetje schaduw dat de containers weer bieden nu de zon niet meer op zijn hoogst staat. Dit is waar 'onze' kinderen slapen, eten, leven. Dat besef komt hard binnen.


Als ons busje het terrein oprijdt zijn de kinderen er snel bij. De brok in mijn keel maakt plaats voor een glimlach bij het zien van hun enthousiasme. We blijven de hele middag. In de 'child friendly area', een grote tent/container waar door Save the Children activiteiten voor kinderen worden georganiseerd, maken de muzikanten muziek samen met de kinderen. Bij de roffels en stampoefeningen vult de ruimte zich tot neushoogte met stof.

Foto: Jeroen Manders.

Foto: Jeroen Manders










































Jacqelien en Maher ontmoeten ondertussen een aantal ouders. Nu horen ze de verhalen achter de kinderen die we de afgelopen week hebben lesgegeven. Ook heeft Maher een vlieger voor de kinderen, met boodschappen van de leerlingen van een school in Rotterdam. Vanaf het dak van het kantoorgebouwtje wordt de vlieger opgelaten. Nog een stukje kleur.


Karlijn, Sja'iesta en ik rijden verder naar Za'atari.

Foto: Elske Riemersma.



maandag 29 april 2013

16. Ondertussen op de meisjesschool


Omdat ik alleen op de jongensschool heb gewerkt, kan ik geen verslag doen van al het moois dat op de meisjesschool heeft plaatsgevonden. Daarom hier een keuze uit de vele mooie foto's die zijn gemaakt.

Foto: Liny Mutsaers.

Foto: Liny Mutsaers.



Foto: Liny Mutsaers.

Foto: Liny Mutsaers.

Foto: Liny Mutsaers.
Foto: Liny Mutsaers.

zondag 28 april 2013

15. Het concert


"Ladies and gentlemen!"
 
Op een geïmproviseerd podiumpje van vier koffietafeltjes bijeengehouden door wat tape, staan twee Syrische kinderen. Dwars door het rumoer lezen zij het welkomstwoord voor dat ze een uurtje geleden in handen kregen. Rechts van hen staat een uitgelaten publiek van vijftig Syrische, gevluchte kinderen. Aan de andere kant staan de Syrische artiesten klaar.


Graag zou ik gedetailleerd verslag doen van de concerten die gisteren plaatsvonden. Want ja, jullie hebben wat gemist. Een freeze-blokfluit-sequentie waar het nationaal ballet een puntje aan kan zuigen. Een lied van Jeroen ondersteboven gezongen. Een interactieve klapsessie die publiek en artiesten verbindt. En dan natuurlijk 'onze' bikkels die stampend opkomen, met onder één voet een lege fles. "KRAK KRAK PaTaTa!" klinkt het, afgewisseld met een rust waarin Merlijn en Michiel soleren.


Foto: Maher Al Sabbagh.

















Foto: Elske Riemersma.



















Dit alles in een gang van 30 bij 4 meter, omdat het schoolplein op het laatste moment toch niet een handige locatie bleek, aldus het ministerie van onderwijs. Buiten op het plein staan Jordaanse kinderen te wachten. Eigenlijk zijn zij 's middags vrij. Er zouden er maar een handjevol de moeite nemen om 's middags weer naar school te komen, voorspelden de leerkrachten. Maar ze zijn er, met gel in hun haren en een schoon overhemd aan, klaar om op te treden.
Zoveel kinderen in één gang vindt men onverantwoord. Dus komt er een tweede optreden voor de Jordaanse kinderen. Alleen worden onze sterren in het publieksvak gedirigeerd. Met moeite halen we de kleintjes uit het publiek en brengen ze backstage waar de Syrische jongens wachten. Een beetje geïntimideerd kijken de kleintjes naar de grote pubers. Deze kinderen hebben elkaar waarschijnlijk nog nooit ontmoet door het gescheiden lessysteem. Buiten hun reis naar de school mogen de Syrische jongens het kamp niet uit. Ik leg uit dat ze het volgende optreden samen moeten doen en dus maar even kennis moeten maken, zodat ze elkaar kunnen helpen.

Foto: Elske Riemersma.


























Als het tweede concert net is begonnen, komt het nieuws dat beneden de bussen naar het vluchtelingenkamp klaar staat. Als de kinderen niet nu komen, vertrekt de bus zonder hen, dreigt de boodschapper. Met pijn in ons hart zien we de jongens de fles van hun voet halen en naar beneden gaan. De Jordaanse kinderen kijken beteuterd. Met viool, gitaar, stem en handen improviseren we alsnog een feestje.
Want improviseren, dat kunnen we inmiddels allemaal.

Foto: Maher Al Sabbagh.


















Zonder twijfel was dit het meest bijzondere optreden van 2013 tot nu toe. En dan heb ik het nog niet eens over de middag op de meisjesschool.

zaterdag 27 april 2013

14. Een dagje Syrious Mission


Opeens hoor ik het je denken. Hoe ziet zo'n Syrious Mission-dag er eigenlijk uit?' Denk je. Nou, zo:


Tussen 8:15 en 9:00 uur 's ochtends vertrekken we naar Ramtha. Soms zijn wij te laat, soms is het de chauffeur. Zo vullen we elkaar schitterend aan.


Tussen 10:00 en 11:00 stoppen we ergens onderweg voor koffie en een ontbijtje. Direct langs de snelweg zijn verschillende restaurants en winkeltjes. Parkeren doe je op de vluchtstrook.


Tussen 10:30 en 11:00 komen we aan bij de meisjesschool, waar vier teams uitstappen: drie muziekteams en Elske voor haar fotoproject. Wij rijden dan met de drie andere teams door naar de jongensschool, waar we net op tijd aankomen. Op een of andere manier lopen er altijd wel een paar kinderen op het plein om ons te begroeten.

Voorbereiding met het team in de lobby van het hotel. Foto: Elske Riemersma




















11:00-12:00 De ochtendles begint. Vaak vallen we halverwege een gewone les binnen. Boeken gaan in de la en we schuiven met z'n allen alle lessenaars aan de kant of naar de gang zodat we in een kring kunnen werken.


12:00-13:00 Pauze. Als we ons hebben losgeweekt van de kinderen (ja je mag de instrumenten dragen, nee je bent nu wel vaak genoeg met me op de foto geweest, niet je vriendje schoppen, rustig aan met die gitaarkoffer) krijgen we in de docentenkamer een shotje zoete thee. We eten wat brood en kletsen met de leerkrachten die Engels spreken. Ook bespreek ik de les met Michiel en kijken wat we anders willen doen in de volgende les


Om 13:00 uur begint de tweede les. We doen min of meer hetzelfde, maar dan gericht op onze puberjongens. Dat ze niet onderuit kunnen hangen in de banken is wel even wennen voor ze. Maar als we vragen wie er mee wil drummen willen ze altijd allemaal.

14:00-16:00 Moe maar voldaan sjouwen we onze spullen naar de docentenkamer. Er zijn altijd wel een of twee studenten die meehelpen. Beneden delen we onze ervaringen met de anderen en wachten tot de bus komt. Elke keer ben ik afgemat. Mijn respect voor de docenten die dit de hele dag (waar dan ook ter wereld) doen is inmiddels gegroeid.


18:00 Groepsmeeting in het hotel. We proberen het kort te houden, maar vaak is er zoveel moois of moeilijks gebeurd dat we toch nog twee uur bezig zijn.


's Avonds eten we, gezamenlijk of in kleine groepen, bij een van de vele goedkope restaurantjes van Amman. Merlijn en Sja'iesta zijn hier vaker geweest en kennen leuke plekjes. Na het eten werken we vaak tot laat door in de lobby: we maken het lesplan en blogs, facebook, twitters en wat dies meer zij worden bijgewerkt.


vrijdag 26 april 2013

13b. De laatste lessen deel 2


In de pauze helpt Abdullah met het vertalen van het welkomstwoord en een kort tekstje dat ik gisteravond heb geschreven. We mogen de tekst uitwerken op de computer van de directeur, de enige computer die ik in heel de school gezien heb. Ik vraag Abdullah of de tekst aansluit bij de Arabische/Jordaanse/Syrische manier van spreken. "Yes, but I have edited it a little bit, to make it better." Denkt hij dat de jongens zich er in kunnen vinden? Ja, zegt Abdullah, hij denkt van wel.


Dan is het tijd voor de tweede les. Gisteravond hebben we met de drie teams van de jongensschool het concertprogramma besproken. Aan de hand van wat we in de workshops hebben gedaan, is door Merlijn een volgorde bedacht. Tot na middernacht werken Michiel en ik vervolgens aan het nieuwe lesprogramma dat de jongens moet gaan voorbereiden op het slotconcert. Met name onze oudste groep moet nog een hoop nieuwe dingen leren. Woensdag bleek dat ze te weinig uitdaging kregen om ze bij de les te houden.


Dat verandert nu we aan het begin van de les nog eens vermelden dat we vanmiddag gaan optreden. Het oefenen van de opkomst gaat al met een stuk meer aandacht. Drie jongens zitten aan de kant en laten zich niet overhalen om erbij te komen, maar de anderen doen serieus mee. Als zes jongens de tekst krijgen om op te lezen, gaan de ruggen nog wat rechter. Zo goed als vlekkeloos en zonder gène lezen ze de teksten op. Nee, zegt Abdellah, je moet het meer zingen. Hij doet het voor. Hij oefent met ze op de uitspraak. Ondertussen repeteert Michiel met zijn drummer. Dan voegen we de zinnen toe aan het 'Isma' lied. Straks tijdens het concert moeten jullie het zonder mij doen, waarschuw ik. Dan willen ze het nog een keer oefenen, zonder mij, geven ze aan. Ook het welkomstwoord, dat ik met Amar en Tharek oefen op de gang, gaat soepel. 'Gentlemen' is een lastig woord, maar Amar oefent tot het lukt. Ik ben inmiddels enkele centimeters langer gegroeid van trots. Kom maar op met dat concert.

13. De laatste lessen deel 1


Met onze handen vol emmers met lege flessen, een gitaarkoffer en een zak drumstokken zoeken we onze ochtend-klas. Gisteren, tijdens de tweede lesdag, kregen we onverwacht een andere klas vol nieuwe gezichten. Als het goed is krijgen we nu wel diezelfde klas, maar waar zitten ze? Er is geen leerkracht met ons meegestuurd, maar een oudere leerling die geen Engels spreekt. Abdullah, onze tolk, is er nog niet. Onze kleine gids brengt ons naar een lokaal, maar de gezichten komen me niet bekend voor. Een ander jongetje trekt me aan mijn mouw en wenkt me mee naar het lokaal ernaast. Hier denk ik wel wat koppies te herkennen.
"Isma, isma!" Roep ik de klas in.
"Isma, isma!"* roepen dertig kinderstemmen terug. Check, dit zijn ze.

Foto: Liny Mutsaers

Foto: Elske Riemersma































 Na een korte warming up nemen we de twee beats door die we willen doen tijdens het concert. Ze wachten geduldig tot we de flessen onder hun voeten hebben getaped en willen allemaal de gekleurde belletjes om hun enkel. Halverwege de les krijgen ze van Michiel een peptalk: Geen handen in je zakken of armen over elkaar. Als je optreedt, moet je rechtop staan. En elkaar helpen. Jullie zijn één groep, jullie moeten het samen doen. Abdellah, die inmiddels is gearriveerd, vertaalt en de kinderen knikken serieus. Geen probleem, verzekert een van de fanatiekste jongens ons. De rest van het uur vliegt voorbij.


donderdag 25 april 2013

12. Memo


"I will lose my job for my country."


Memo is 22. Sinds vier maanden woont hij in Amman. Hij is gevlucht uit Syrië. Eigenlijk wilde hij naar Italië gaan, waar familie van hem een restaurant heeft, maar omdat hij Syriër is kan hij geen visum krijgen. Saudi Arabië en Marokko, zijn tweede en derde keus, laten hem ook niet meer binnen. Alleen Jordanië en Libanon hebben de grenzen nog open voor Syriërs. Per taxi zijn Memo en zijn vriend naar Jordanië gereisd. Ze moesten via Libanon, omdat de rechtstreekse weg dicht was. Hij heeft een baantje gevonden in een telefoonwinkel. Zijn ouders, broers en zussen zitten nog in Syrië. Het is moeilijk om contact met ze te krijgen, de internet- en telefoonverbindingen in Syrië zijn slecht of afgesloten. Elke maand stuurt hij een deel van zijn salaris naar zijn ouders. Het probleem is dat er weinig te eten te koop is, dus zelfs met geld ben je in Syrië niet zeker van een volle maag.


Memo is gescout door Maaike en Marlies die een simkaart van hem kochten (en twee keer terug moesten omdat het niet werkte op hun telefoon). Omdat we een groot gebrek aan tolken hadden, vroegen ze hem om ons te helpen. Hij zegt er zijn werk voor af. Op onze vraag of hij dan geen problemen met zijn baas krijgt, antwoordt hij "I will lose my job for my country."
In het busje op weg naar Ramtha vertelt hij over zijn leven nu. Het leven in Jordanië is duurder dan in Syrië. Syrië is ook een stuk mooier. Meer bomen, meer groen. Je kunt er naar de zee...


Eenmaal bezig met de workshops blijkt Memo geweldig te zijn met de kinderen. Omdat hij de taal spreekt richten de kids zich snel tot hem. Hij is kalm, betrokken en doet mee met de oefeningen. Op de weg terug is hij duidelijk geëmotioneerd. Het maakt hem droevig om de kinderen zo te zien. Als je naar hun ogen kijkt, zegt hij, dan zie je de pijn. Het maakt hem ook verdrietig ze achter te moeten laten. Ik zeg hem dat ik hoop dat hij ook een positief gevoel aan de dag heeft overgehouden. "It was good to see that there is still life." zegt hij. "I will never forget this day."


dinsdag 23 april 2013

11. D-Day

Dinsdag. Het is elf uur 's ochtends als op de jongensschool in Ramtha drie leraren gestoord worden in hun les. Of ze op de hoogte zijn van onze komst is me niet duidelijk, maar er wordt ze verteld dat wij de les komen overnemen. Nu. Weg schoolboeken (ja, de toenemende ongeletterdheid in de regio is allemaal onze schuld), tafels en stoelen aan de kant, en allemaal in de kring komen.


Ik geef de workshops samen met Michiel, multi-muzikant, Crash-genoot en theatermaker. We beginnen de ochtend met zo'n twintig kinderen van 8-10 jaar. We doen eenvoudige oefeningen, een fysieke warming up van bewegingen, die overgaat in het herhalen van ritmes. De jongens giechelen, reageren zo nu en dan, maar doen verder geconcentreerd mee. Op de gezichten een grote grijns op hun gezicht, of een frons van concentratie. Na de warming up komt Abdellah, onze tolk, even naar me toe. "They are so happy!" Ik knik en richt me weer op de kinderen, gespannen om de concentratie die we een uur lang moeten vasthouden.

De gitaar proberen. - Foto: Liny Mutsaers.


In de tweede groep herhalen we dezelfde oefeningen. Deze heren zijn tussen de 15 en de 17 jaar. Met z'n tienen zijn ze, acht Syriërs en twee Palestijnen die in Syrië wonen. Deze laatsten droegen dus al een geschiedenis van vluchten met zich mee -van henzelf of van hun (voor)ouders- en hebben nu opnieuw een thuis moeten achterlaten.
De heren klappen ritmes na, verzinnen zelf ritmes, trommelen op de vloer en zijn even de 'leider' (dirigent) die aangeeft hoe hard of hoog er gezongen moet worden. We maken een canon van beats waarbij Michiel een paar vrolijke akkoorden speelt, zodat we samen een nummer bouwen. Dan komt er een verzoekje. Of Michiel een droevig lied wil spelen. Michiel improviseert met wat mineur-akkoorden en deelt dan de jongens in twee groepen. Elke groep krijgt een eigen melodie om te zingen. Met dubbel zoveel overgave zingen ze de woordeloze deuntjes mee. Dus dit is wat ze raakt.

Pas als ik met Adbellah napraat in de docentenkamer, begrijp ik wat zijn eerdere opmerking betekende. Hij vertelt me hoe bijzonder hij het vond om de kinderen zo vrolijk te zien. Dat de ellende van de afgelopen jaren en de ellende waarin ze nu leven alles overheerst, elke dag. Zo vanzelfsprekend is dat gegiechel dus niet. Het ontroerde hem. Als hij dat vertelt, slik ik zelf een paar tranen weg. Als lachen voor kinderen niet meer vanzelfsprekend is, dan is het een donker bestaan.

Het tweede verzoek in de middaggroep was trouwens dat ze morgen graag strijdliederen over de revolutie willen zingen. Daar gaan we nog even een nachtje over slapen.



10. Ramtha


Maandag. We zitten vol spanning in het hotel. Alles is geregeld, het enige dat nog ontbreekt is de handtekening van de minister van onderwijs. In Zaatari zijn de scholen in beheer van UNICEF, maar nu willen we werken op officiële Jordaanse scholen. Dus zonder die krabbel geen workshops.

Om de tijd nuttig te besteden proberen we de workshopoefeningen op elkaar uit. Zonder taal te gebruiken proberen we duidelijk te maken wat we willen dat de groep doet. We geven elkaar feedback en scherpen zo de oefeningen aan.
Dan, rond half één, komt eindelijk het verlossende telefoontje. We mogen gaan. We pakken direct onze spullen en springen in de bus die al stand-by staat.


Dit is Ramtha, op steenworp afstand van de Syrische grens. Even over de grens zie je Deraa liggen. Deraa is een van de plaatsen waar twee jaar geleden de opstand tegen het regime begon. Hier kwamen ook de eerste vluchtelingenstromen op gang. In Ramtha wonen veel Syrische vluchtelingen van het eerste uur. Ook zijn er in de buurt zogeheten 'transit camps'. Dit zijn meer permanente vluchtelingenkampen, waar de tenten al zijn vervangen door wat stevigers.

Eindelijk onderweg!


















De kinderen in deze kampen krijgen les in Ramtha. Rond drie uur komen wij op de eerste school aan, een jongensschool. 's Ochtends hebben hier Jordaanse kinderen les, samen met de Syrische kinderen die in Ramtha en omgeving wonen. De middaggroep bestaat uit Syrische kinderen die wonen in de transit camps. Zij worden dus strikt gescheiden gehouden van de Jordaanse kinderen.
In het kantoor van de directeur, annex de docentenkamer, worden we ontvangen met thee. De directeur is nog niet helemaal op de hoogte van onze plannen, maar is welwillend. Omdat de school om vier uur uit is, is er geen tijd meer voor workshops. Daarom stellen we ons aan de kinderen voor door middel van een korte jamsessie in een klaslokaal. Binnen korte tijd staat het lokaal stampvol, en is de chaos compleet. De resultaten zijn vereeuwigd op diverse mobieltjes van de leerlingen.
Vervolgens reden we snel naar de meisjesschool een paar straten verder, voor eenzelfde jamsessie en een gesprek met de directrice.



Uiteindelijk is het allemaal rond. We vormen zes duo's, drie teams gaan de komende dagen les geven aan de meisjes, de drie andere teams doen dit op de jongensschool. Zo kunnen we zes klassen drie dagen lang een workshop geven. Morgen is het dan eindelijk zo ver. We gaan beginnen.


maandag 22 april 2013

9. Plan B


Ik ga naar Jordanië en ik neem mee:
-geduld
-flexibiliteit
-vertrouwen


Normaal gesproken ben ik een groot fan van planningen, structuur, en doemscenario's. Wie deelneemt aan een korte termijnproject moet dit loslaten.


Al tijdens het inpakken van mijn koffers kwamen de eerste zorgwekkende berichten over Zaatari binnen, het kamp waar wij onze workshops zouden geven. Onze groep is misschien te groot om binnen te mogen. We zouden zondag met een kleine groep die kant op gaan, om de situatie te inventariseren.
De tijd in het vliegtuig wilden we gebruiken om de workshops verder inhoudelijk voor te bereiden. Op de dag van vertrek is er alleennog zoveel onduidelijkheid over waar we heengaan en wat we aantreffen, dat we in de lucht vooral verder kennismaken, Arabische woordjes leren, of wat slapen.


Bij aankomst in Amman horen we dat de gespannen sfeer in Zaatari is omgeslagen in rellen. De heftigheid van de rellen verschilt per bron, maar het kamp bezoeken lijkt uitgesloten. Zondagochtend vertrekken Merlijn, Sjaiesta en Maher daarom in alle vroegte voor een rondreis langs instanties om te kijken wat er wél mogelijk is. Wij krijgen de ochtend vrij.
's Middags komt Sja'iesta met het grote nieuws: Zaatari gaat niet door. De scholen zijn gesloten, een deel van de hulpverleners is weggestuurd omdat de situatie te gevaarlijk is. Maar er is een plan B. Ramtha.

Syrious Hotel. Ons message board bij de receptie.

zaterdag 20 april 2013

8. Welcome to Jordan!


Als we aankomen is het donker. Het regent en er staat een gure wind. Het water staat in plassen op het asfalt. Hebben we wat te mopperen. Voelen we ons meteen thuis.
De taxichauffeur laat zich niet door de regen afschrikken en rijdt lekker door. Alleen als hij belt gaat de muziek uit en de snelheid iets omlaag.















Ik veeg met mijn mouw het beslagen raam schoon en bekijk Amman. Veel auto's, veel getoeter. Huizen met platte daken waar geen architect of planoloog aan te pas lijkt gekomen. Als we het centrum inrijden zijn daar de kleine winkeltjes die hun waren aanprijzen met neon en uithangborden. Ook de ramen van een moskee zijn felgroen verlicht. Het is een stad waar in geleefd wordt. Dan duikt ineens het restant van een oud romeins amfitheater op. Tegenover het theater ligt ons hotel.
Als we onze kamers hebben gevonden is al elf uur, maar iedereen heeft trek. Dus gaan we, voor het slapen gaan, eerst aan de falafel. Welcome to Jordan.

vrijdag 19 april 2013

7. Droom


Door het land marcheert een legertje. De oudste soldaat is dertien en het best in maat houden, daarom mag zij voorop. Met een vlaggenstok zonder vlag geeft zij het tempo aan. Bij elke pas trekt zij haar knieën hoog op, zoals soldaten dat doen.
Achter haar, twee aan twee, volgen de blokfluiten. Zij spelen afwisselend de twee liedjes die zij uit hun hoofd kennen. Min of meer in de maat. Min of meer zuiver. Na de blokfluiten komen de violen. Zij spelen dezelfde melodieën mee, zo goed ze kunnen. Na de violen komt de ritmesectie van emmers.
De droge lucht van de woestijn heeft de snaren ontstemd. Van veel strijkstokken is niet meer over dan een enkele paardenhaar. Maar de kinderen spelen door. Wie zere armen krijgt kan even rusten. Ze zijn met genoeg.



Zo trekt het legertje door het land, dwars door linies en controleposten, langs loopgraven en commandocentra. Het is niet om aan te horen. Wie zijn oren niet bedekt, wordt gek. Wie te dichtbij komt zakt van ellende door de knieën. Vingers worden te slap om nog trekkers over te halen en de hoge frequenties van de blokfluiten verstoren de radarsystemen. Waar het orkest langskomt vluchten de mensen hun huizen in. Behalve de kinderen, die sluiten zich aan. Met emmers, pannen en de instrumenten die vergeten in de kast lagen sinds het schieten begon.
"Stop! In godsnaam, stop!" Roepen de mensen. Ze overstemmen het orkest maar net.
"Jullie eerst!" Roept het meisje met de vlaggenstok en ze verhoogt het tempo. Het dreunen trilt de aarde los. Auto's en tanks zakken er in weg. De wind grijpt de valse noten en neemt ze mee de grenzen over.
"Houd op! Alsjeblieft houd op!" Gillen de buren.
"Jullie eerst!" Roept het meisje met de vlaggenstok en ze tilt haar knieën hoger op.


De partijen gaan om tafel. Het Guinness Book noteert een nieuw record. De snelste vredesbesprekingen ooit.

woensdag 17 april 2013

6. Dat was Paradiso


Eigenlijk ben ik geen fan van Facebook. Maar als ik dan zie wat één FB-oproepje een paar weken geleden teweeg heeft gebracht, heb ik even geen commentaar meer.
Een stoet aan indrukwekkende artiesten trok gisteravond aan ons voorbij, achter de schermen aangestuurd en bijgestaan door nog eens zo'n stoet aan vrijwilligers. Geweldig wat zij in korte tijd voor elkaar gekregen hebben. En het was een heerlijke avond, met muziek, geluid, praatjes en poëzie voor, tussen en achter je.




Een paar van mijn reisgenoten ontmoette ik voor het eerst. Natuurlijk was er ook op het podium aandacht voor de aanstaande missie. Het voelde alsof we werden uitgezwaaid door een paar honderd onbekenden.







Het was niet uitverkocht. Dat betekent dat jij het misschien wel hebt gemist. Gelukkig organiseren we nog meer van dit soort avonden. Zie ik je daar?

zondag 14 april 2013

5. Lekker naïef


Geen betere discussies dan die aan de eettafel. Met menu van deze keer: boerenkoolstamppot. Het onderwerp van discussie was niet Syrië, maar biologische producten.
Mijn debatpartner 'geloofde' niet in biologisch. De normen zijn discutabel, volgens hem. En wie bewijst dat die boer in Spanje zijn tomaten niet stiekem besproeit, of mengt met de niet-biologische tomaten van zijn andere akker? Keurmerken zeggen niks, want wie controleert? En wie zegt dat die controleur niet even wegkijkt als daar wat bankbiljetten wapperen? Aan het einde van het boerenkooldebat moest ik bevestigen dat er vast mensen zullen zijn die de boel (lees: de andere mensen) naaien voor hun eigen gewin. Datzelfde doen mensen immers ook met uitkeringen, brandverzekeringen, varkenspaardenvlees. O ja, en geld voor noodhulp.

De SOS Syrië uitzending van 1 april had naar mijn smaak eenzelfde zuur 'eigenlijk valt het niet te redden' toontje. Jan Bouke Wijbrandi, algemeen directeur van Unicef Nederland, was te gast. Gedurende de avond kwam regelmatig de vraag terug of de euro's die de goede burgers storten wel op de juiste plek terecht zou komen. Aan mevrouw Ploumen -live vanuit de regio!- werd het ook nog maar eens gevraagd. Zij wist ons op het hart te drukken dat dat absoluut het geval was. Er volgde geen discussie, maar ik meende de brauwen van Pauw omhoog te zien schieten. Mijn eerste gedachte was in ieder geval: 'Lekker naïef'.


Natuurlijk weten de hulporganisaties dat hun projecten niet vlekkeloos verlopen. Zij kunnen niks garanderen. Een deel van het geld komt soms in verkeerde handen terecht, of hulpgoederen bederven in de havens dankzij de nukken van een van de partijen. Die nieuwe waterpomp die je eigenhandig neerzet is misschien binnen een maand kapot. En zelfs als de waterpomp het blijft doen, sterven in het buurdorp nog altijd anderen van de dorst.

Maar wat is het alternatief? Niks doen? Wachten met handelen tot iemand het perfecte, waterdichte systeem uitvindt? Een paar jaar geleden zag ik een inspirerend interview met Sylvia Borren, voormalig directeur van Oxfam Novib. Ze vertelde over het veldwerk bij Oxfam en de eindeloze confrontatie met armoede, geweld en andere ellende. Er was maar één manier om dit werk te kunnen doen, zei ze: je moet zorgen dat je niet verbitterd raakt. Sindsdien is het mijn eigen kleine missie om verbittering tegen te gaan. Bij mezelf welteverstaan.

Kiezen voor biologische producten en minder vliegen, of voor het meebetalen aan sociale vangnetten en meewerken aan noodhulp of ontwikkelingssamenwerking vereist een dosis gezonde naïviteit. Of beter: vertrouwen. Natuurlijk moet je kritisch blijven. Maar als we allemaal afgaan op die paar eikels m/v die misbruik maken van goede bedoelingen, veranderen we in een wantrouwend clubje mensheid. En daar wordt het niet gezelliger van aan de eettafel.

woensdag 10 april 2013

4. Zaatari

Het wordt soms ook wel geschreven als Za'atari, of Z'atari. Maar de associatie met gameconsoles botst in mijn hoofd. Dus ik houd het op Zaatari. Dit vluchtelingenkamp ligt ten noorden van Jordanië en heeft een maximumcapaciteit van 60.000 mensen. Er wonen er zo'n 76.000. (Gorinchem, waar ik ben opgegroeid, kent volgens Wikipedia zo'n 35.000 inwoners. En jouw woon- of geboorteplaats?)





Op de Facebookpagina van Syrious Mission plaatsen betrokken mensen dagelijks informatie. Over Syrië, over de situatie in Zaatari en over Syrious Mission.
Sja'iesta Badloe bezocht kortgeleden Zaatari en maakte daar deze foto. "Dit zijn kids van School 2 (Unicef) Ze staan in de rij voor schoolboeken. Als absentielijst. Er is veel uitval en ook komen er elke dag nieuwe kids bij."

O ja, Zaatari heeft ook een eigen Wikipediapagina...
Zaatari is geen kamp meer, het is een stad. Een tentenstad.

===============

dinsdag 9 april 2013

3. Iets met oorlog


Syrië... Wacht, dan zoek ik even op waar het ook alweer ligt. Niks persoonlijks beste Syriërs, ik dacht tot voor kort nog dat Emmeloord in Noord-Holland lag.



Grotere kaart weergeven

Daar dus.

De afgelopen tijd heb ik veel gelezen over gewapende conflicten, burgeroorlogen en vluchtelingenstromen, als onderdeel van de minor 'conflict studies'. Syrië stond alleen niet op de universitaire menukaart. Actualiteit laat zich lastig bestuderen. Ik weet dat er gevochten wordt, maar had het conflict gearchiveerd onder het kopje 'Arabische lente' en een beetje links laten liggen. Syrious Mission is een goede aanleiding om me te verdiepen in wat er nou precies aan de hand is.

Die realiteit is volslagen onwerkelijk. Miljoenen vluchtelingen, 70.000 doden... In mijn hoofd maak ik steeds de vertaalslag: wat als ik, stel je voor dat wij in Nederland... Die huisraad op die auto, dat zouden mijn tafels en stoelen kunnen zijn. Na een half uur filmpjes kijken en artikelen lezen ben ik óf zo afgestompt, óf zo ontmoedigd, dat ik even lucht nodig heb. Ik haal de informatie in stukjes binnen. Want ik wil wel weten waar ik heen ga.

=======================================

maandag 8 april 2013

zondag 7 april 2013

1. Telefoon

-"Mam? Goed nieuws. Ik mag naar Jordanië."
-"Jordanië?"
-"Ja. Naar een Syrisch vluchtelingenkamp."

De zin uitspreken was al bizar en nu ik hem opschrijf klinkt het alleen maar idioter. Woorden als 'goed' en 'leuk' lijken niet echt op de situatie van toepassing. Maar ik wil het nieuws een beetje enthousiast brengen. Om het niet enger te maken dan strikt noodzakelijk. En omdat ik oprecht blij ben dat ik mee kan.

-"Je gaat wat?"

Mijn moeder en ik zijn niet van het type elke-dag-bellen. Dus ze wist nog niet dat ik enkele weken eerder had gereageerd op de Facebook-oproep van Merlijn Twaalfhoven. Hij zocht creatieve muzikanten, schrijvers en verslaggevers voor een muzikale missie. Het doel is week lang muziek maken met kinderen in het kamp, om af te sluiten met een concert. Als afleiding, maar vooral om de kinderen via muziek hun verhaal te laten vertellen. Een verhaal dat niet hoeft te gaan over bommen en sluipschutters, maar over henzelf, hun dromen, hun wensen. Deze verhalen willen we meenemen om uit te dragen aan de rest van de wereld.

-"Wanneer vertrek je?"
-"Over twee weken."
-"En wat ga je daar doen dan?"

Er is nog veel onduidelijk, omdat we niet weten welke voorzieningen er zijn. In Nederland is inmiddels een peloton andere vrijwilligers op het project gedoken. Er worden filmpjes en foto's gedeeld, instrumenten worden geregeld om mee te nemen en diverse benefietconcerten georganiseerd om het project te steunen. Het project is in samenwerking met UNICEF, maar die hebben hun geld hard nodig voor de noodhulp.

-"Geweldig project, toch?"
-"Zeker. Maar ook spannend."
-"Ja", zeg ik, en luister toch maar even naar de kriebel in mijn buik. "Het is ook spannend."